Sigiriya, Kandy, Adam's Peak, Nuwara Eliya, einde vakantie

28 maart 2020 - Arnhem, Nederland

10 maart.

Vandaag gingen we naar Sigiriya. Een klein dorpje midden in Sri Lanka waar niet heel veel te doen was, maar wel lekker overzichtelijk, ware het niet dat er 2 rotsen waren die je kon beklimmen: Lion Rock en Pirurangala. ’s Ochtends werden we rond 8 uur opgehaald bij het hostel en gedropt bij een bus op het busstation van Anaradhapura. Deze bus had airco en vertrok na circa een half uur naar Dambulla, daar moesten we overstappen op de bus naar Sigiriya. We belandden in Dambula in een situatie dat er mensen waren die ons in een tuktuk wilde krijgen i.p.v. een bus. Zo stonden we eerst nog aan de verkeerde kant op de bus te wachten op advies van zo’n tuktuk-chauffeur, gelukkig kwam Jochem op het idee om een wachtende Sri Lankaan aan te spreken en te vragen waar de bus naar Sigiriya vertrekt. Aan de overkant dus. Vervolgens zegt zo’n tuktuk-mannetje dat de bus naar Sigiriya eerst naar het busstation gaat en dan weer terugkomt, bleek ook niet te kloppen. Bus gemist. Uiteindelijk na wat navraag werden we door een behulpzame Sri Lankaan gewezen op de bus naar Sigiriya. Wat wel handig was, want de busstop was een chaotisch bende van vertrekkende en komende bussen. Na zo’n 40 minuten kwamen we in Sigiriya aan en na even zoeken in ons hostel dat pal tegenover Lion Rock lag. Dat was handig omdat we die wilden beklimmen. Dat konden we dus mooi te voet te doen. Maar eerst hebben we nog wat inkopen gedaan en geluncht in het dorpje dat erg afhankelijk is van toeristen en die waren er dan ook volop. Later op de middag, rond een uurtje of 3 liepen we naar Lion Rock. Er waren nog tuktuk drivers die ons probeerde verleiden, maar helaas. In plaats van in een rechte lijn naar Lion Rock te lopen moesten we nog een omweg maken om een ticket te kopen, het gaf een soort gevoel van je gaat naar de Efteling in Kaatsheuvel maar moet in Tilburg een kaartje kopen. Uit eindelijk kochten we een kaartje voor 30 dollar per persoon (!) en mochten we het complex op. Eerst liepen we door ruines maar als snel liepen we op trappen omhoog in de hitte. De eerste helft van de tocht was geen pretje omdat de zon er pal op stond. Onderweg kwamen we op een stuk waar rotstekeningen stonden met vrouwen met ontblootte borsten, helaas mocht je er geen foto van maken. Onderweg had je regelmatig mooi uitzicht op de omgeving. Halverwege was een rustplaats waar je water bij kon vullen en uit kon rusten om vervolgens het laatste stuk te doen. Aangekomen op het hoogste punt konden we genieten van apen, ruines, een mooi uitzicht en zicht op Pidurangala. Die zouden we de volgende dag beklimmen. Ruim voor zonsondergang gingen we weer naar beneden zodat we in licht naar beneden konden.

11 maart

De dag begon al vroeg. Om 4u15 ging de wekker we gingen de Pidurangala beklimmen om zonsopkomst te kunnen bekijken. De baas van het hostel zou ons wegbrengen. Om circa 5 uur arriveerden we bij de Pidurangala, waar we een kaartje kosten voor 2,5 euro per persoon. We liepen in het begin met meerdere mensen en hadden wat moeite om de goed weg te vinden. Ook hier viel het niet meer om deze pukkel te beklimmen, het laatste stuk bleek toch wat lastiger te zijn dan we verwacht hadden. We moesten over rotsen klauteren. Maar na ruim een half uur kwamen we boven op de Pidurangula aan en waren we ruim op tijd om een goed plekje te zoeken voor de zonsopkomst. Gelukkig was het niet al te druk en konden we het een en ander goed zien. Alleen zo’n drone boven je hoofd blijft knap irritant. Na zonsopkomst en een rond je te hebben gemaakt op de top gingen we weer naar beneden en bracht een tuktuk ons bij het hostel waar een heerlijk ontbijt op ons stond te wachten.

Deze dag gebruikte wij ook om naar onze volgende bestemming te gaan, Kandy. Hiervoor moesten we eerste terug naar Dambulla, waar we dus al eerder waren geweest. Dit keer lieten we ons niet meer in de luren leggen door tuktuks en stapte we vlot over op de bus naar Kandy. Een ritje van 2 uur. In het drukke Kandy was het nog even zoeken naar een tuktuk chauffeur die ons naar het hostel zou brengen. We vonden er een maar we waren er niet van overtuigt dat hij wist waar hij ons heen moest brengen. Naar wat doorvragen ging hij het hostel bellen en kwamen we uiteindelijk op onze plek van bestemming. Dit lag naast een hotel in aanbouw (veel lawaai), op een steile heuvel en leek erg ver van alles af te liggen, maar uiteindelijk viel dat toch nog mee. Na ons geinstalleerd te hebben regelde het hostel voor ons een tuktuk naar de Botanische tuin. Veel oude bomen, wederom vleermuizen, bloemen, kassen etc. Een goede omgeving om rustig rond te wandelen. Dat hebben we dan ook ruim 2 uur gedaan waarna we terug wilde naar het centrum om wat te eten. Dit was even lastig om dat we weer vervoer moesten regelen en tuktuk’s hier de hoofdprijs vragen. We vonden er heen die naar onze mening veel te duur was. Daarnaast was het ook nog een kamikazepiloot die bij verkeershufters op de weg geen slecht figuur zou slaan. Het was een wonder dat we heel de eindbestemming bereikte want hij pikte elke millimeter ruimte in en schroomde niet zijn collega’s af te snijden. We hoorde van hem ook dat er een Sri Lankaans Corona geval was geconstateerd. Hierover later meer. Na in het centrum gegeten te hebben en inkopen te hebben gedaan gingen we terug naar ons hostel.

12 maart

Vandaag gingen we lopend naar het centrum over dalende weggetjes, om vervolgens treinkaartjes te kopen voor de volgende dag naar Hatton. Na eerst voor het verkeerde loket te hebben gestaan (er stond toch echt alle bestemmingen) waren we na even wachten aan de beurt. Gelukkig hadden ze nog kaartjes maar ze hadden ons paspoort nodig. Laten we dat toevallig vandaag niet bij hebben, naar even zoeken en praten bracht de OV-chipkaart van Henrike uitkomst. Tsja, kennelijk is alles goed waar een nummer en een pasfoto op staat.

Na wat kaarten gepost te hebben kwamen we uit bij de tempel van de tand. Hier ligt een of andere tand die niet te zien is van Budha. Er was ook een ceremonie van trommelende heren met ontbloot bovenlijf en een toeterende man. Natuurlijk zagen we weer een versie van Budha. Daarna bezochten we nog een kerk, een tempel en liepen we rond een meer waar we schildpadden, ijsvogels, vissen, aalscholvers en reigers zagen. We hadden regelmatig uitzicht op een witte reuze Budha op een berg. We vroegen ons ook af hoe we daar konden komen, het bleek dichterbij dan gedacht maar moesten wel stijl omhoog lopen. Uiteindelijk was het de moeite waard te meer we ook een mooi uitzicht hadden op het meer.

Gedurende de dag hoorde we Sri Lankanen veel over Corona praten en werden we zelfs vermeden alsof wij de bron van al dat kwaad waren. Dat leverde een bizar tafereel op toen we ergens een taartje gingen eten in een zaal die bomvol zat waar nog 1 tafeltje leeg was. Natuurlijk gingen wij aan dat tafeltje zitten en bestelden een heerlijk taartje. 10 minuten later waren wij nog de enige in de zaak. Dat voelde toch wat vreemd, natuurlijk zijn we blij als we een zitplek hebben, maar aan 1 tafeltje hebben we echt genoeg. We zullen het nooit weten maar zou het Corona-vrees zijn? We zijn benieuwd hoe het morgen er in de trein aan toe gaat.

Rond een uurtje of 3 waren we terug in het hostel en zaten we buiten lekker op het terras onder het genot van een lekker windje.

13 maart

Na wederom een goed ontbijt met oa. Vers fruit en pancakes reizen we vandaag van Kandy naar Dalhousi. Dalhousi is de plek waar Adam’s Peak oftewel Sri Pada ligt. Een berg van zo’n 2.243 meter hoog met daar bovenop een tempel, een pelgrimsoord. We gingen al op tijd weg zodat we tijdig op het station waren voor de trein. Het eerste deel Kandy-Hatton zouden we met de trein doen. Gelukkig hadden we zitplaatsen kunnen reserveren in de tweede klasse. Raampje open, zodat je goed foto’s kon maken want het was een mooie treinreis. Een half uur te laat vertrokken we op weg naar Hatton. Onderweg zagen we een mooi landschap. En stopten we regelmatig op een stationnetje. De treinen rijden hier niet zo hard. Over het algemeen halen ze de 40 km niet. Maar het reist wel comfortabel. In Hatton stond op het station de bus al klaar voor Dalhousi. In iets meer dan een uur scheurde de bus de berg op naar Dalhousi, dat ligt op ruim 1.000 meter hoogte. De bus zat goed vol maar we hadden beiden een zitplaats. Aangekomen in Dalhousi lag ons hostel op loopafstand van de busstop. Er waren veel winkeltjes te zien waar ze ook mutsen en warme truien verkochten. Voor ons niet echt nodig omdat wij de temperatuur aangenaam vonden maar voor de Sri Lankaan voelt het koud aan. Ook werd er allerlei etens- en snoepwaar verkocht. Nadat we ons geïnstalleerd hadden op onze kamer liet de eigenaar ons zien waar we naar toe moesten voor de beklimming van Adam’s Peak, daarvoor waren we in Dalhousi. Na gegeten te hebben, gingen we rond half 8 naar bed. Want op Adam’s Peak wilde we de zonsopgang zien. Voor de zekerheid besloten we om 0.30u te vertrekken om op tijd te zijn.

14 maart

Om 0.00u ging de wekker, tijd voor de voorbereidingen om Adam’s Peak te beklimmen. Om half 1 vertrokken we. Het pad was overal goed verlicht en goed begaanbaar. Wel veel trappen, heel veel. In het begin stonden er overal stalletjes waar je van alles en nog wat kon kopen. Na een donatie te hebben gedaan aan Budha begon de tocht echt. Het eerste stuk was licht hellend en niet heel zwaar. Onderweg zagen wij van alles naar boven gaan: kinderen, baby’s, kreupele oude vrouwtjes met stok die als waar naar boven werden getrokken, monniken, jongeren, oudere, dik en dun, het maakte allemaal niets uit. De tocht werd al snel zwaarder en we maakten diverse stops om effe op adem te komen. Om ons heen hoorde we mensen Corona roepen, werden kinderen uit onze omgeving weggetrokken en werd er met een boog om ons heen gelopen. We dacht doordat we zo vroeg vertrokken dat het niet druk zou zijn, maar helaas. Rond een uurtje of half 4 stonden we in de file. Langzaam lopend verkeer naar de top en dat voor 2,5 uur. Toen was Corona opeens geen probleem meer. Helaas strandden we 30 meter onder de top en hebben we met wat kunst en vliegwerk de zonsopgang kunnen zien, wat voordringen, maar we zijn niet voor niets het hele stuk omhoog gelopen. Maar de tempel hebben we nooit bereikt. Daarvoor zouden we nog uren langer in de rij voor moeten staan, daar hadden we geen zin in. In anderhalf uur daalden we af naar beneden en stond in ons hostel het ontbijt op ons te wachten, een zeer uitgebreid en lekker ontbijt. Daarna spoedden wij ons naar de bus om terug te keren naar Hatton en vervolgens daar de trein te pakken Nanu Oya en een taxi te pakken naar Nuwara Eliya. Wij dachten een makkelijk busritje te hebben want hadden immers hetzelfde traject de dag ervoor afgelegd. Voor de eerste helft van de rit klopte dat en genoten we van het mooie uitzicht, tot dat alle inzittende voor 1.000 roepies verkocht werden aan een andere bus. Gevolg een bomvolle bus die een hele omweg ging maken langs allerlei dorpjes en steeds voller werd. Wel efficiënt vervoer, maar niet comfortabel, staand terwijl we net de beklimming van Adams peak achter de rug hadden. Met een schreeuwende  kassier die uit alle macht zoveel mogelijk mensen de bus in probeerde te schreeuwen. Uiteindelijk kwamen we na ruim 1u45min aan, niet bij het station in Hatton uitkwam maar elders Hatton. Toen begon de zoektocht naar het station. Uiteindelijk vonden we dat naar wat omwegen.

Vervolgens ging Jochem treinkaartjes kopen, dat werd ook nog een strijd want Sri Lankaan dringt graag voor. Naar wat gedring en vermanende worden was Jochem toch vrij snel aan de beurt. Nanu Oya, een treinreis van ruim 2 uur. Nou, dat is dan 160 roepies oftewel 80 eurocent voor 2 kaartjes. Maar dus wel staan. Na het beklimmen van Adam’s Peak was dat nogal een opgave. We waren net op tijd om de trein te halen, maar het werd proppen, backpacks stapelen want op het allerlaatste moment moesten er nog 2 Nederlanders mee. Na enige tijd hadden we zitten plaats gecreërd voor Henrike en stonden we vlak in de deuropening naar het mooie uitzicht te kijken. Na een tijd konden we even in de deuropening zitten. Maar deze plek was zeer gewild. Mensen wilde allerlei spannende selfies maken met mooi uitzicht. Waarschijnlijk is Instagram en Facebook er mee volgeplempt. Uiteindelijk kwamen we in Nanu Oya aan en daarna in een iets te dure taxi terecht die ons naar ons hostel bracht, dat al weer op een heuvel lag. De kamer die we gereserveerd hadden was niet geweldig en al snel werd ons aangeboden om te upgraden naar een kamer met balkon, internet, een mooi uitzicht en een bed op een podium. Dat beviel ons wel. Na even uitgerust te hebben liepen we naar het centrum waar we uiteindelijk terecht kwamen in een koffie tentje waar we wat dronken. Daarna gingen we naar een Indiaas restaurant er naast. Dat zag er exclusief uit en de maaltijden waren wat duurder dan voorheen. En men probeerde ons steeds extra gerechtjes aan te smeren, wat niet lukt. Maar het was wel goed en erg lekker. Daarna gingen we terug naar ons hotel en  lekker te slapen.

15 maart

Vandaag hebben we een tochtje langs theeplantages en de bergen gepland. Het is een beetje het enige wat je hier kunt doen. Dus we huurden voor een halve dag een tuk tuk die ons eerst door schitterend landschap reed en verschillende fotostops maakt. Karim, zo heette onze bestuurder wilde overal van Henrike en mij foto’s maken. Hij beweerde fotograaf te zijn, maar dat kan tegenwoordig iedereen zeggen die met een mobiel om kan gaan. We zagen kilometers theeplantages voordat we aankwamen bij Damro theeplantages. Daar kregen we een rondleiding door een dame die ons van alles over het theeproces vertelde. We zagen het fabricageproces vanachter glas maar de uitleg was helder. Alleen jammer dat het zondag was, want daardoor was de theefabriek niet in werking. We mochten ook nog de English Breakfast tea proeven waarna we onze toch voortzette door het theelandschap. We maakte op enkele viewpoints een stop. Dat vond de tuk tuk niet zo leuk want op een gegeven moment moest Jochem de tuk tuk mee helpen aanduwen. Uiteindelijk kwamen we uit bij een waterval. Niet zo heel spectaculair, maar toen we een kronkelende trap opliepen kwamen uiteindelijk bij een uitkijkpunt uit waarbij we uitzicht hadden op een grote waterval. Deze zouden we later vanuit een ander punt ook nog te zien krijgen. Het landschap was mooi, maar het was wel vooral thee, thee en nog een thee. Dat bracht ons bij de volgende theeplantage, Bluefield, hier kregen we wederom een rondleiding maar liepen ook daad werkelijk door de fabriek. We kregen min of meer het zelfde verhaal te horen met als verschil dat we echt dichtbij de machines stonden. Daarna vervolgde wij onze weg terug naar ons hostel.

Halverwege de middag besloten we bij wijze van beloning voor het beklimmen van Adam’s Peak voor een high tea te gaan bij het statige Grand Hotel, dit is een zeer exclusief hotel voor Sri Lankaanse begrippen. Hier wordt je met alle egards behandelt en voor westerse begrippen is het niet duur. We gingen er met de tuk tuk heen. Die wilde ons voor de deur afzetten, maar dat leek ons niet zo’n goed idee voor zo’n statig hotel. Volgens mij was de tuk tuk chauffeur wel teleurgesteld, maar er zijn grenzen. We kregen allerlei hapjes voorgeschoteld, alleen vonden we het assortiment theetjes wat beperkt en smaakt de fusion als gluewijn. Toen Jochem gevraagd werd waarom ik average bij de thee had ingevuld, moest ik dat toch eens even uitleggen. Tsja, eerlijkheid heeft zijn prijs. Overigens was de rest uitstekend. Maar die fusion tea kon echt niet! We waande ons bijna op Duitse Kerstmarkt. Die thee moeten ze zo snel mogelijk van de kaart schrappen.

Toen we naar buiten liepen kwamen we erachter dat er ook nog mooi tuin bij zat met heggetjes enzo, zag er echt Engels uit.  Maar daarna gingen we weer terug naar ons hostel.

16 maart

Vandaag wilde we eigenlijk naar naar Horton National park, maar omdat dat dicht is vanwege Corona moesten we dat overslaan, alle nationale parken zijn vanaf nu gesloten. Dus beperkte we ons programma tot de treinreis naar Ella. Deze staat aangeschreven als de mooiste treinreis van Sri Lanka, must do. We hadden nog geen kaartjes dus we hadden het vermoeden dat we weer moesten staan, maar gelukkig konden we nog kaartjes kopen voor zitplek.  Gedurende de reis genoten wij nets als de rest van de voornamelijk toeristen die in de trein zaten van het uitzicht, de trein stopte zelfs een keer. Instagram en Facebook zullen wel weer goed gevuld zijn met foto’s. Na zo’n 2 kwamen we aan in Ella. Inmiddels hadden we besloten om vervroegd terug te gaan naar Nederland, bij meer vakantiegangers was het vakantiegevoel omgeslagen en toch eerder naar huis te gaan, omdat steeds meer attracties gesloten worden, er gerucht gaat over een complete lock-down en we ons steeds minder welkom voelen, mensen gaan ons steeds meer mijden en we niet vast willen komen te zitten in Sri Lanka, vooral als je toch niet welkom meer bent. Bij ons hostel wilden we dat ook gaan regelen. Maar helaas was het internet in het hostel erg slecht en bellen naar onze maatschappij lukte ook al niet. Dus besloten we Jochem’s zus in te schakelen om die in Nederland te laten bellen om ons ticket om te boeken. Dat betekende wel dat we via whatsapp contact moesten houden. Tsja, dat werd dus verplicht een drankje in een cafe met een stevige harde beat. Het internet was beter maar nog steeds krakkemikkig. Maar uiteindelijk heeft Jochem’s zus na ruim 2 uur in wachtrijen te hebben gestaan, van Vliegtickets.nl naar Qatar Airways te zijn doorverwezen, onze tickets om kunnen boeken. Veel dank daarvoor Esther. Nu hopen we 19 maart terug te vliegen. Dit betekende wel het einde van onze vakantie. Omdat we het risico om vast te komen zitten wilde verkleinen en steeds meer merkte dat we niet welkom waren besloten we om voor de volgende dag een taxi te boeken naar een airporthotel bij Bandaranaike International Airport zodat we zo dicht mogelijk bij het airport zitten en het risico verkleinen om ergens vast te komen zitten. Dit betekent wel dat we 2 dagen op gehokt zitten. Maar dat terzijde.

17 maart

Om 5 voor 9 vertrok onze taxi met ons om non-stop naar ons airporthotel te rijden op een plaspauze voor chauffeur en een stop voor het bidden voor budha voor geluk en een veilige trip na. De eerste 2 uur reden we door de bergen en was het vrij rustig op de weg, daarna werd het drukker en reden door een oneindige reeks van dorpjes waar we nog nooit van gehoord hadden en waar we waarschijnlijk ook nooit meer zullen komen. Onderweg zagen regelmatig hachelijk situatie van vrachtwagens en auto’s die in haalde waar het eigenlijk niet kon. Het viel ons op dat op een gegeven moment onze chauffeur de weg moest vragen. Toen hebben we toch maar even maps.me aangezet om de chauffeur de goede kant op te leiden. Uiteindelijk bereikte we naar 5 uur en 15 minuten onze bestemming. Het airporthotel. We checkten in en gingen naar onze kamer. Nu wachten tot we weg kunnen. Maar ja ’s avonds moet je ook eten. Dus we gingen in de buurt kijken. Maar al snel merkten dat we niet welkom waren en werden we ook nog overvallen door een forse regenbui. Toen we nat terugkwamen in het hotel besloten we maar pizza te laten bezorgen. De rest van de dag waren we op gehokt.

18 maart

Deze dag begon zoals die eindigde, we zaten op gehokt. Jochem is nog even boodschappen gaan doen, maar merkte dat veel winkeltjes dicht waren en er een sfeer hing van rot op, maar we hadden toch nog wat water en frisdrank nodig. Gelukkig was er winkeltje waar het geld de angst overwon. Zo kon er toch nog wat vloeibaars gekocht worden. En het einde van de dag werd wederom gekenmerkt door een pizza en wat side dishes. Nog 1 nachtje slapen, dan mogen we hopelijk naar huis. Hopelijk zijn we ooit in de gelegenheid om een keer terug te komen, het is een mooi land, in het begin waren de mensen zeer behulpzaam en erg vriendelijk en het eten is erg lekker.

Foto’s

2 Reacties

  1. Dorry Smeets-Aerdts:
    28 maart 2020
    Wat een mooie reis. Jammer dat hij zo moest eindigen, maar fijn dat jullie weer in Nederland zijn.
  2. Leny en Gerrit:
    1 april 2020
    Wat hebben jullie in zo’n korte tijd veel gezien vroege vogels!
    En weer blij dat jullie weer gezond terug zijn.