Waterval, kerken, kraters en vermoeide auto

17 juni 2022 - Drangsnes, IJsland

IJsland

Na ruim 2 jaar was het weer zover, we gaan weer echt op vakantie. En wel naar IJsland. En zo’n vakantie vraagt tegenwoordig ook dat je zeer tijdig op Schiphol bent. Maar niet eerder dan 4 uur van tevoren. Dus volgen we dit netjes op, maar een controle hierop hebben wij niet gezien. Als je dan eenmaal in de juiste hal bent, wordt het in-checken. Self check-in om precies te zijn. Tegenwoordig moet je een halve IT-specialist zijn, om zelf in te checken. Het alternatief, een lange rij, daar sta je ook niet op te wachten. En zo’n apparaat praat niet terug, je krijgt 4 mogelijkheden om in te checken, maar niet elke reden is van toepassing op ons. Uiteindelijk konden we via de boekingscode in checken. Tussendoor hebben we ook nog een vrouw op leeftijd geholpen, tsja even assistentie van iemand is er tegenwoordig op Schiphol niet meer bij.  Vervolgens volgende exercitie: zelf bagage in-checken. Weer in gesprek met een apparaat. Dan helpt het als je bagage niet te zwaar en te groot is anders wordt je veroordeelt tot in de rij staan. Gelukkig voldeed onze bagage aan de wensen van het apparaat. Tsja, dan is in-checken op Schiphol makkelijk. Vervolgens kwam je bij de douane, daar stonden een aantal mensen om te zorgen dat alles ordelijk verliep en in no-time waren we ook daar doorheen. Druk op Schiphol? In ieder geval niet op vrijdagochtend 10 juni.

Op het vliegveld van Reykjavik aangekomen haalden we onze huurauto op, een Hyundai Tucson, een besmettelijke witte. Het schijnt dat veel huurauto’s hier wit zijn. We reden van het vliegveld naar ons hostel in Reykjavik. Het was self check-in zoals wel meer hostels hier. Personeel zie je niet, je krijgt een mail waar je de sleutel kan vinden en dan zoek het maar uit. Dus gingen wij op zoek naar onze kamer, bleek die in een ander pand te zitten langs een drukke weg. Een matige, ruime kamer, de verwarming stond op standje 10. Geen idee waarom. Gedeelde badkamer en wc zoals op de meeste plekken die we gaan bezoeken. In elk hostel heb je de beschikking over ’n keuken omdat uit eten hier niet goedkoop is. Daarom proberen restaurants klanten te lokken met happy hour. Overigens is de supermarkt voor Nederlandse begrippen ook niet goedkoop, maar wel veel goedkoper dan uit eten gaan.

Reykjavik is niet echt spannend, je hebt natuurlijk winkels en horeca maar heel spannend is het niet. In een avond hebben we de belangrijkste punten in Reykjavik bekeken: het Hofdi-huis (bekend van de ontmoeting tussen Gorbatsjov en Reagan), een kunstwerk van een walvis, de haven, een gele mini vuurtoren en de kerk. Aangezien we 2 nachten in Reykjavik verbleven gingen we de volgende dag naar mount Esja, dat is een berg net buiten Reykjavik waar vooral veel IJslanders komen. Die vinden het leuk om de berg in een moordend tempo op te rennen en er vervolgens met een noodvaart weer af te rennen. Sommige deden dat meerdere keren. We hebben een man 3 keer voorbij zien komen. Wij deden het wat rustiger aan. Mooie begroeiing, veel paarse lupines, met een aardig uitzicht. Daarna gingen we naar het park Thingvellir. Een vrij toeristisch park met 5 parkeervelden, een waterval, 2 kloven, een kerkje (die zie je hier op raarste plekken), veel uitzicht en een massa aan bezoekers die net als wij ieder op zijn eigen manier het park op de gevoelige plaat probeert vast te leggen.

Na Reykjavik gingen we naar Borgarnes. We waren al vroeg wakker en vertrokken al vroeg, we leven nog steeds op Nederlandse tijd. De wegen zijn hier over het algemeen rustig, dus je kunt lekker doorrijden. Voor 9 uur stonden we al op een krater (Kerid) van 55m hoog die volgelopen was met water. Een mooi tafereel, zeker omdat er nog niet veel mensen waren. Echter toen wij weggingen kwamen de eerste busladingen al aan.

In IJsland kom je op de gekste plekken kerkjes tegen, sommige mooi een stijlvol en andere zijn zo lelijk dat ze toch weer iets leuks hebben. Zo bezochten we een kerkje in Skalholt dat in de steigers stond. Gelukkig konden we naar binnen. Daar stond een dame die als zomerbaantje het beheer van de kerk had: schoonmaken en het runnen van het bijbehorende winkeltje. Met haar raakten we aan de praat. Zij was het grootste deel van het jaar in Noorwegen waar ze werkt als archeologe. Ze vertelde dat veel andere IJslanders in Scandinavië werken omdat daar de lonen hoger liggen en het leven in IJsland zelfs voor IJslanders ontzettend duur is. In de afgelopen dagen was het ons opgevallen dat er veel buitenlanders in IJsland aan het werk waren. Dit is dus de reden.

IJsland heeft massa’s watervallen, de een nog grote en imposanter dan de ander. We bezochten er 4 watervallen: Faxi, een brede waterval van 3 a 4m hoog, Gulfoss, een hele populaire grote water val met verschillende niveaus, Hraunfossar, honderden meters breed maar niet zo hoog met talloze watervalletjes die uit de lava stromen en de Barnafoss, niet echt fotogeniek maar wel heel krachtig.

Als je in IJsland bent dan kan een geiser niet ontbreken, dus bezochten we Strokkur. Een populaire geiser die om de paar minuten spuwt en waar de uitdaging is om een foto te maken van het allereerste begin van het spuiten. Er is dan een lichtblauwe bol zichtbaar. Naast de geiser waren er ook nog een aantal geisers die niet meer spoten maar rookte. Aardig allemaal maar we hebben in het verleden betere gezien en het was heel toeristisch.

Het voordeel van vakantie in juni in IJsland is dat de zon pas rond 12 uur ’s nachts onder gaat en zo’n 3 uur later we weer op komt. In de praktijk betekent dit dat het niet donker wordt. Zo hou je voor je gevoel een stukje dag over. Aangezien heel veel plekken openbaar zijn, kun je er ook ’s avonds heen.

Dag 4 van ons begon met het oplossen van lampjes op het dashboard van onze huurauto. Het voertuig had gisteren meerdere keren aangegeven dat ie moe was, althans dat bleek uit de manual. En daar kwam nog een ander lampje met een wat vagere omschrijving in de manual: er werden allemaal opties opgenoemd die het mogelijk zouden kunnen zijn. Van onschuldig tot ernstig. Tsja, toch maar even Budget bellen. Na diverse pogingen kregen we een dame aan de lijn met beperkte technische kennis en beperkte kennis van de Engelse taal. Het hele spelaflabet is meerdere keren voorbijgekomen, maar uiteindelijk konden we terecht bij een garage in Olafsvik. Daarover later meer.

Na een aantal zonnige dagen hadden we nu onze eerste echte regendag: het uitzicht was om te huilen en een wandeling is ook niet aan te raden. We deden een aantal korte stops bij 6-hoekige pilaren (Gerduberg) die op natuurlijke wijzen waren ontstaan, wederom een kerkje met op de achtergrond een vulkaan die door het weer niet meer zichtbaar was, een bezoek aan strandjes waar mogelijk zeehonden lagen (bleek bij nader inzien met al die regen niet zo’n goed idee). En voor we onze auto voor consultatie naar de garage brachten bezochten we nog een grote stenen trol Bardur, die vroeger geleefd zou hebben en voor komt in vele verhalen. Ook zagen we een stenen boog (Getklattur)  in de zee bij Arnastapi. Hierna onszelf maar eerst getrakteerd op koffie met een koek.

Flink nat geworden maar wel weer een paar foto’s rijker kwamen we uiteindelijk ’s middag bij de garage in Olafsvik aan. Een jonge man verwachte ons al en kwam met een tablet aan om onze auto uit te lezen. Vervolgens verdween hij minutenlang in een kantoortje om vervolgens met een flesje terug te komen waarna een zoektocht begon om het benzine klepje open te krijgen. Ook voor ons een leerzame les aangezien wij nog moesten tanken. Uiteindelijk gooide hij een of ander goedje in de tank, ging een testritje maken om vervolgens terug te komen en ons een fijne dag te wensen. Lampjes waren weer uit en we konden direct de tank weer volgooien met diesel voor omgerekend € 2,47 per liter. Tsja, nog duurder dan in Nederland.

Gelukkig klaarde het weer ’s middag op en zo kwamen wederom bij een kerkje terecht, hadden uitzicht op een vulkanen maar het hoogte punt was de beklimming in volle wind van een krater. We werden op een gegeven moment door de wind als het ware omhoog gestuwd. Boven op de krater gekomen waaide het fors. We konden amper blijven staan en foto’s maken, maar het was wel een mooi gezicht. We waren amper van de krater af en het begon weer te regenen. En eindigde onze dag in het hostel in Gamla Rif.

Op dag 5 leken de weergoden ons weer beter gezind. Een aantal punten die we gisteren niet bezocht hadden vanwege het weer hebben we vandaag op ons lijstje gezet, we zitten op het schiereiland Snaefelsness, de afstanden zijn hier niet zo groot. De eerste stop was bij Djupalonssandur, mooi zwart strandje waar veel resten van een schipbreuk lagen. Even naar het strand gewandeld, het was lekker rustig, maar bij terugkomst kwam de eerste bus al, maar gauw verder naar de volgende stop, Malarrif, een vuurtoren die bewaakt wordt door vele schapen, de vuurtorens blinken hier niet uit in schoonheid, maar zijn stevige gebouwen die bestand moeten zijn tegen de weersomstandigheden. Her en der valt nog een regendruppel, maar tot nu blijft het weer goed. Even verderop (900 m) verder stoppen we voor Londrangar, twee stenen zuilen die een restant van een krater zijn en Pufubjarg, vogelrots. Na een korte stop een Hellnar, een zeer klein dorpje aan de kust zijn we doorgereden naar Raudsfeldsgja, een kloof die mysterieus uit de kliffen verschijnt, jammer dat iedereen hier uitgebreid moet poseren voor de foto, zodat een mooie foto zonder mensen bijna niet te maken is. Hierna gaan we naar de andere kant van het eiland over route 54, deze hebben we gisteren ook genomen, maar toen zagen we niets vanwege de mist. Het blijkt een zeer mooie route zijn, waar we nog een mooie waterval (Barnafoss) zien, toch maar even een korte stop om een foto te maken. Uiteindelijk komen we aan bij Kirkjufell, mensen die bekend zijn met Games of thrones zouden deze berg moeten herkennen.  Blijkbaar is dit weer een grote attractie, vele mensen komen hierop af. Hierna was het de bedoeling om Berserkjarhaun te bezoeken, maar de tom leidt ons een beetje om, dus rijden we een rondje, we mogen onze eerste echte gravelroad in, het blijkt dat deze weg langs Berserkjarhaun loopt en dat he niet een bepaalde plek is. Het is een bijzonder plek, zwart lava, groen mos. Lijkt wel soort maanlandschap, maar wel mooi, hier komen niet veel auto’s dus stoppen we langs de weg om foto’s te maken. Langzaam komen de eerste regendruppels weer.

De laatste stop voor Stykkisholmur, waar we overnachten is Helgafell, als je deze markante berg voor de eerste keer oploopt zonder om te kijken of iets te zeggen, mag je drie wensen uitspreken, je gezicht moet naar het oosten zijn gericht en je mag je aan niemand vertellen, nu maar afwachten of ze uitkomen.

Foto’s

2 Reacties

  1. Fam.Kramer:
    21 juni 2022
    Hallo vakantiegangers. Wij hebben het met verbazing gelezen de avonturen van het mooien van IJsland maar ook daar kan het regenen. Het was een mooi verslag met vele avonturen. Bedankt. Groetjes van de fam.Kramer.
  2. Rob:
    29 juni 2022
    Hoi Jochem en Henrike, leuk om jullie belevenissen weer te lezen! en er zit altijd wel iets tegen :-) Is er ook een foto van jullie op IJsland als bewijs dat jullie er ook zijn? (grapje) Geniet ervan!