Zwart lavalandschap, walvissen, weer waterval, canyons, Karl og Kerling en weer puffins

30 juni 2022 - Árnessýslu, IJsland

19 juni zijn we de dag begonnen met inleveren van onze was. We zitten nu bijna halverwege en anders komen we niet aan het met onze kleren, gelukkig kunnen we de was afgeven en wordt het voor ons gedaan. Na een ontbijtje maar weer op stap. Gelukkig is het droog, het waait heel hard, maar dan heb je ook geen last van vliegjes. Onze eerste stop was Vindbergjafjall, een berg aan het meer waarbij we een hoogteverschil van 250 meter moesten overbruggen, het eerste stuk was redelijk vlak, maar daarna ging het toch straf omhoog, soms wat last van de wind, maar we zijn bovengekomen. Mooi uitzicht op de omgeving. Jullie zullen inmiddels wel zat zijn van het woord mooi, maar ja het blijft mooi. We dachten dat we de enige waren die dit deden, maar op de terug weg kwamen we toch andere mensen tegen, blijkbaar is deze wandeling niet zo populair, maar wij doen graag dingen die niet bij iedereen populair zijn. Na een korte stop aan de enige winkel in de omgeving, toen we buiten stonden kwamen we erachter dat ze ook cappuccino verkochten, maar weer terug naar de winkel om er maar eentje te halen. Deze was in verhouding goedkoop. Op naar de Viti krater, hierbij kom je langs een enorm geothermische krachtcentrale. Met al het natuurgeweld kan je de halve wereld van stroom voorzien. De Viti krater is gevuld met helder blauw water. Hier vlakbij ligt Leirhnjukur, waar je een stukje naar toe kan wandelen, een kleurrijke berg met een solfaterenveld vervolgens kan je vanaf daar een rondje doen. We hadden het een beetje onderschat, het bleek iets langer dan gedacht. We liepen door lavavelden (de laatste uitbarsting was in 1984), het is alsof je door een maanlandschap wandelt, heel apart. Na twee wandelingen waren we toch een beetje moe en besloten we nog een laatste stop te doen bij Hverir, hier vind je kokende modderpoelen en zwavelbronnen, ruikt naar rotte eieren, maar ja dat doet het warme water onder de douche hier af en toe ook, dus daar zijn we wel aan gewend. Hierna vonden we het voor vandaag wel genoeg, blijkbaar de weergoden ook, het begon tevens slechter weer te worden en te gaan regen.

Onze 11de dag stond in het teken van een walvissafari in Husavik, maar dat was in de middag. Bij het opstaan was het helaas regenachtig, hierdoor zijn we wat later vertrokken dan normaal. We dachten laten we de bui even afwachten, gelukkig werd het een uurtje later droog en konden we op pad naar Dimmuborgir, grillig gevormde lavarotsen, maar met zeer geciviliseerde paadjes. Dit alles trok ook veel bussen aan. Er liepen mensen rond die genummerde bordjes om hoog hielden waar vervolgens een buslading achter aanliep. Waarschijnlijk van een cruiseboot of zoiets. Dimmuborgir is interessant om te zien, je vind er zelfs grotten maar vooral veel laveformaties en rotsen met een groot gat er in. Erg populair om foto’s te maken voor zo wel oud als jong.. Gelukkig waren we redelijk klaar met ons rondje toen de busladingen arriveerden. Hierna was het tijd om door te gaan naar Husavik, een klein uurtje rijden van Myvatn, een zeer saaie weg, helaas zouden we deze ook weer terug rijden. In Husavik eerst maar een koffie gedaan, daarna op naar de walvissen. Bij de boot kregen iedereen een overal, blijkbaar zou het een koud tochtje worden. In de overal gehesen, staat zeer charmant, op weg naar de walvissen. Na ruim een half uur zagen we de eerste walvis (Humpback whale), gelukkig was deze tocht niet voor niets gedaan. Na een tijdje zagen we nog twee walvissen die samen optrokken, dit schijnt redelijk bijzonder hier te zijn. Ze waren zeer dicht bij de boot, maar het blijft lastig om een goede foto te maken. Gelukkig zaten we de terugweg aan de zonzijde en was de terugtocht iets aangenamer dan de heenweg, maar het blijft een koude bedoening. Bij terugkomst in Husavik eerst maar een hapje gegeten en daarna weer terug naar Myvatn. Onderweg hebben nog een tussenstop gemaakt bij Hofdi, dit is een klein schiereiland met doorkijkjes naar het meer waar rotsen in staan. Hierna was het voor ons voldoende voor de dag en zijn we teruggereden naar ons verblijf.

Dag 12 stond in het teken van Jokulsarggljufur, een park ten oosten van Myvatn. De weergoden gunden ons vandaag redelijk weer tot ongeveer drie/vier uur. Dus maar op tijd vertrokken naar ons eerste punt, Dettifoss (een zeer krachtige waterval) en Selfoss. Twee watervallen bij elkaar met een mooie canyon, toen we aankwamen was het nog lekker rustig op een hele grote parkeerplaats met veel toiletten. Blijkbaar verwachten ze hier veel mensen. Het is toch weer een stukje lopen om beide watervallen te zien, dus meteen de ochtendwandeling gehad. Hierna reden we door naar Asbyrgi (een 4km lange hoefijzer gevormd canyon), maar in de auto begon er weer eens een lichtje op het dashbord te branden, wat natuurlijk niet hoorde (low urea, blijkbaar bekend bij dieselrijders). Maar eerst maar verder met onze dag. Bij Asbyrgi een wandeling van ongeveer 4 km gedaan bovenop de canyon, dit gaaf mooi vergezichten, vervolgens deden we nog een korte van 1 km naar een meertje tegen de canyon aan. Het werd langzaam wat donkerder aan de hemel maar toch een stop gemaakt bij Hljodaklettar gemaakt, waar we een korte wandeling naar Karl og Kerling (oude man en oude vrouw) deden. Dit zijn twee basaltpilaren aan de oever van de rivier, dit zouden twee versteende trollen zijn. Het weer werd steeds dreigender en besloten weer terug te gaan naar Myvatn om boodschappen te doen en te tanken voordat we morgen zouden vertrekken. Maar helaas kregen we de tankdop vandaag niet open, terwijl dat de vorige 3 keer wel lukte. Bij deze auto werkt dat met de autosleutel, maar wat we probeerden, het klepje ging niet open. Aangezien het van low urea ook nog brandde, toch maar weer eens de verhuurmaatschappij gebeld. De dame aan de andere kant van de lijn blonk niet uit in haar Engels. Er moest veel gespeld worden en het hele Engelse spelalfabet is weer voorbij gekomen. Deze dame was ervan overtuigd dat ervoor de tankdop echt een knopje langs de bestuurdersstoel moest zitten. Maar dat zat er dus niet. Dus daar kwamen we niet verder mee. Wat de low urea betreft moest er ad blue bijvullen dit konden we bij elk tankstation krijgen zij ze. Dit moest wel zelf doen en de rekening sturen naar de AVIS. Mooi niet, wij huren een auto voor 3 weken en zijn al een keer bij de garage geweest, AVIS moet dit gewoon regelen. Dus vroeg ik of ze geen garage kon regelen. Ja dat kon, maar dan moesten we dat zelf betalen. Regel maar zeiden we, dan sturen we de rekening achteraf wel door. Wij stonden in Reykjahid en zij ons het adres van de garage doorsturen per mail. Krijgen we een mail met het adres van een garage in Reykjavik. Dus maar weer bellen, deze dame sprak goed Engels en handelde snel, belde voor ons een garage in Reykjahid en daar konden we direct terecht. Maar ook zij zei, jullie moeten dat zelf betalen. Gelukkig stonden we maar 700m van deze garage af. Toen we daar aankwamen stonden ze ons al op te wachten en werd direct de garagedeur opengedaan en reden we de auto naar binnen. 2 goedgehumeurde monteurs hielpen ons met het oplossen van het tankklep mysterie, ook zij begonnen eerst te zoeken naar een knop langs de bestuurdersstoel. Maar als snel kwamen we erachter dat dat we 1 of 2 keer de deur achterelkaar moesten ontgrendelen met de sleutel en de tankdop dan vanzelf opengedrukt kon worden. Zij vulde 7 liter ad blue bij en meldde ons dat ze blij waren dat we langsgekomen waren want vorig week hadden ze een stel gehad die ad blue bij de diesel hadden gegooid. Toen we uiteindelijk vroegen wat we moesten betalen zij een monteur ons: “This is not you task, this is our task”. Ze zouden de rekening naar de AVIS sturen. Problemen opgelost!

Alweer een nieuwe dag, we moesten een tijdje rijden voor we bij Studlagil Canyon aankwamen. We gingen eerst naar het uitkijkpunt aan de oostkant, hierbij eerst een lange trap naar beneden en daarna naar de westkant, om een stukje van de wandelroute af te halen, nog een stuk over een slechte gravelroad naar het punt vanaf waar je in ca. een half uur er naar kan wandelen. Het weer was wisselend maar uiteindelijk wel droog. Je kon op de canyon en je kon er ook in, dat laatste was wel een klauterpartij. Het een en ander leverde wel mooie plaatjes op. Hierna was het een een eindje rijden naar Borgarfjordur. Daar ligt een rots en schijn je heel goed van dichtbij papegaaienduikers te kunnen bekijken. Maar ja, je weet het nooit met beesten dus het was nog even afwachten wat we zouden zien. Aangekomen in Borgarfjordur moesten we nog een eindje doorrijden tot in de haven zodat we bij de rots kwamen. En jawel daar zaten ze in grote getalen en ze trokken zich niets aan van het publiek, na een heel veel foto’s zijn we naar Egilsstadir vertrokken, nog ruim een uur rijden.

Foto’s